De kleinzoon van Sjefke is Prins in Uje
Sjefke Vrolijk: gangmaker bij de pronkzittingen en jawel, d’n opa van Jeffrey. Laat die Jeffrey nou net prins zijn geworden bij de Knoerrissen. Vèrrekes, dè zèn ut daarin Uje. Jawel Uje. Hoewel ze zelf steeds zeggen “Uden”, kennen we die plaats als Uje. En nie anders.
Over Jeffrey: de kleinzoon van Sjefke Vrolijk. Meerdere keren blijven zitten en de trotse winnaar van de “wie heeft de grootste – competitie” en daarom nu waarschijnlijk tot prins krulstaart benoemd. Enfin: wij naar Uje. Met Sjefke in z’n raad van 11 outfit. Hij krigget wel ’t zoer af. En d’n hibbik. Maar hij moes mee. Dus wij ook. Met z’n allen in de comfortabele bus. Met nog hele interessante vraagstukken. Waarom heten wij eigenlijk in Boekel allemaal de Knöllekes (iedereen in Boekel is een Knölleke, sommige ook iets anders)? Nou dat zit zo: in Boekel groeiden veel knollen, een soort bietjes in de grond. De schrale zandgrond leende zich niet voor alle teelt. En in de jaren 50 hadden we nog geen internet en AI om tot ideeën te komen, dus je pakte ze gewoon wat je zag voor de voet weg. Net zoals je het werk aanpakt: Vur de voet wegvatten. Het urste wat ze zagen: een knölleke. Dus tja: einde van het creatieve proces. Hedde nog meer moeilijke vragen? Laat maar komen.
In Uje heite ze dus de Knoerissen. Da’s Ujes vur vèrrekes. En zoggen noemen ze mienekes. Tis mar goed dat dat in het logo zit anders zouden ze dat ook niet meer weten. Maar goed: het urste wat ze blijkbaar in de jaren 50/60 in Uje zagen was een vèrreke. Hoe anders is het nou.
Eenmaal in Uden gekomen waren we hoogst verrast. Op het podium stond Jetje pakketje. Totale verwarring. Zijn we nu op de zesde avond van de pronkzitting? Ook in Uje bezorgd ze dus pakketjes.
Voor een immens publiek deed ze daar haar buut. Ondertussen kregen we wel honger, we hadden hoop dat Jetje het zou kunnen brengen.
Genoteerd zijn de volgende bestellingen:
Coen: Friet speciaal
Hans: Kapsalon kipdöner met alle saus
Rick: Diverse hapjes
Ben: Frik. Spec.
Jorg: Frietje stoofvlees met majo
Prins Tijs: Smulrol
Maar je raad het al: de bestelling is nooit aangekomen. Later zijn we die zelf op gaan halen bij de Hijzelaar.
Voorafgaand aan de opkomst in Uje was Vorst Max in paniek. Want “ik weet niet goed wat ik moet zeggen”. Dat is nieuw. Vorst Max die woorden tekort komt. Nog nooit vertoond! Toen wij eenmaal werden afgeroepen kwamen we niet. Want in Uje kunnen ze Knöllekes niet uitspreken. Dus wij voelden ons niet direct aangesproken. Hoe komt dat. Simpel: Het Brabants wordt in de eerste plaats gekenmerkt door zgn. umlautsverschijnselen. Een umlaut (Duits voor ‘verklinking’ = verandering van klank) is een verandering van een beklemtoonde klinker onder invloed van en in de richting van een klinker die volgt in een onbeklemtoonde lettergreep, die achteraf is weggevallen. Hendig toch? Nie vur Ujes volluk dus.
Eenmaal op het podium was vooral de prinses van Uje heel skerrup. Ze won dan ook de muziekkwis en Rawazzie din van toeterdetoet. Ze had het verdiend.
Voor ik het vergeet te vermelden: Stuif es in, dè was pas echt skon. Al die jong die optreden. Wij gaon er grots op, in Uje kunnne ze d’r jaloers op zèn, hoe skon dè dè gu.
Achteraf zijn de bestellingen nog wel gedaan: bezorgd door Jetje? Nee: opgehaald door prinses Sanne. Goei voeier, zunne smulrol.